In twee dagen rijden we naar Argentat in de Dordogne. Hier hadden we afgesproken met Eddy en Mary die op de ons bekende camping "Au Soleil d'Oc" staan. Daar zijn we twee dagen blijven staan op een mooi plekje tegenover elkaar. Zo konden we samen gezellig wat barbecuen. Het weer werkte niet erg mee voor veel andere activiteiten. Toch weer helemaal bijgekletst.
Spanje gingen we binnen via de Col de Somport. Die kenden we nog van een vakantie met de caravan. Het blijft een erg mooie pas. Doorgereden naar Jaca waar we toen gestaan hebben. Van hieruit volgen we nu een route naar de kust. De beroemde Costa Verde.
Onderweg kwamen we in het middeleeuwse stadje Ujué. Daar reed ik achteloos naar binnen, maar de straatjes werden steeds smaller en omkeren was natuurlijk onmogelijk. Gelukkig ging het net goed en kwamen we op een pleintje uit (zie foto in de titel). Heel het plaatsje is prachtig in de oude stijl gerestaureerd.
De kustweg langs de Costa Verde is schitterend. Mooie groene begroeïng, uiteraard met zo'n naam, heuvelachtig terrein met regelmatig prachtige uitzichten over zee. Leuke kleinere wegen die lekker relaxed rijden.
Het grote nadeel van dit alles bleek dat het ontzettend veel tijd kostte. Bochtige wegen, heuveltje op, heuveltje af, dorpje in, dorpje uit. Na een lange dag rijden ben je amper een paar honderd kilometer verder. Om ons doel, Santiago de Compostela, te gaan halen zouden we nogal wat lange dagen op die manier moeten maken. Over de snelweg er naar toe vonden we niks, want Santiago
hoefde niet per se.
We besloten om bij Oviedo af te buigen naar het binnenland en naar Zaragossa te rijden. Onderweg kregen we een zeer afwisselend landschap. Bergen met tunnels, maar ook hele vlakke stukken. In Zaragossa was het zoeken naar de camping. Dat was nog niet zo erg, maar om 19:00 uur stond de thermometer in de stad nog op 42 °C. Toen we de camping dan ook eenmaal gevonden hadden hebben niets anders gedaan dan in een stoeltje gezeten onder de bomen tot twee uur 's nachts. Met alle deuren, ramen en achterklep open hebben we een beetje geprobeerd te slapen.
Omdat deze hitte niet erg uitnodigde tot veel activiteiten zijn we weer richting Frankrijk vertrokken. De Pyreneeën zijn we nu overgestoken op de plek waar de Garonne ontspringt. Vandaar zijn we door het "Parc Naturel Régional des Pyrénées Ariégeoises" richting Carcassonne gereden. Overnacht in Lézignan-de-Corbières en toen door naar Privas in de Ardèche. Hier zijn we ongeveer een week gebleven. Mooie omgeving en een goede camping.

Op de terugweg hebben we een paar dagen in Chagny in de Bourgogne gestaan. Het is altijd de moeite waard om in deze wijnstreek wat rond te neuzen. Omdat we de fietsen bij ons hebben kunnen we gemakkelijk een tochtje langs kleine dorpjes maken. Daar lees je alles over in het dagboek.
Een laatste uitgebreide stop maken we helemaal in het noorden van Frankrijk in Sedan. Een plaats waar we vaak langs komen op onze weg naar het zuiden. Het is een oude vestingplaats met een groot fort en een oud kasteel. Dat wilden we nu weleens wat beter bekijken. De stad zelf is niet zo de moeite waard. Het maakt vaak een vervallen indruk. Veel immigranten, weinig werk. |